Professor Fernando Enns schreef een essay in vier delen over vrede. Vrede in plaats van oorlog welteverstaan. Hij stelt: de notie ‘hoe kan de vijand verslagen worden?’ bevat twee problematische begrippen, want wie is de vijand en wat is verslaan? Vandaag deel 4, het laatste deel.
Tot slot: hoe worden we klaar voor de vrede?
Ik geloof dat de terugkeer van de politiek naar het leger niet alleen een doodlopende weg is, maar ook uiterst gevaarlijk voor alle betrokkenen. Het kwaadaardige aan geweld is, dat als je eenmaal betrokken raakt bij het ‘spel’, je een spiegelbeeld kunt worden van wat je eigenlijk wilde bestrijden. Het vermogen om vrede te stichten moet daarom beginnen in onze gedachten en in ons discours. Bovendien is het cruciaal voor de vredelievendheid om ons af te vragen aan welke stemmen we onze primaire aandacht geven: aan de machthebbers die zichzelf als ‘de goeden’ versus ‘de vijanden’ neerzetten? Of aan de direct betrokkenen: de familieleden van de talloze doden, gewonden, mishandelden en getraumatiseerden? Hoe kan hun veiligheid in alle opzichten worden gegarandeerd? Luisteren we naar de ‘subalterns‘ (ondergeschikten, zie deel 3)? De maatschappelijke organisaties moeten aan alle kanten nauwer gaan samenwerken.
‘Wij weigeren vijanden te zijn’ staat er op een steen bij de boerderij van de Palestijnse familie Nasser. ‘Stel je voor dat er oorlog is, en niemand gaat’ – herinneren wij ouderen ons dat nog? Precies hier kunnen de kerken een beslissende rol spelen, omdat we een uitstekend netwerk hebben en elkaar kunnen aanspreken op onze belijdenis. Daar is geen zegen van bisschoppen of patriarchen
voor nodig. Tegen de machthebbers kunnen we eerlijk zeggen: ‘Wij willen dat jullie alle geweldloze middelen uitputtend benutten, ook om druk uit te oefenen.’ Economische sancties helpen als ze daadwerkelijk consequent worden gehandhaafd, zelfs als er risico is op eigen economische schade. Diplomatieke inspanningen moeten alle richtingen uitgaan, zelfs wanneer de mogelijkheid er is dat andere staten dan ‘het Westen’ deze gesprekken zouden kunnen initiëren of zelfs domineren. De voorwaarde hiervoor zou zijn het afstand doen van macht ten gunste van vrede.
Oorlog is geen lot waaraan men zich eenvoudigweg moet – of mag – onderwerpen
Tot slot kunnen we onze kerken oproepen zich duidelijk uit te spreken tegen oorlog – tegen alle oorlog. Is het nu, 90 jaar na de theologische verklaring van Barmen, weer tijd om richting de samenleving zo’n duidelijk statement te maken op basis van de bijbelse boodschap? Destijds werden de tekenen des tijds herkend, althans door sommigen! Oorlog is geen lot waaraan men zich eenvoudigweg moet – of mag – onderwerpen.
Prantl beweert in zijn boek ook:
‘De realiteit stelt geen legitimiteit vast! In het verhaal van de eerste tweelingbroers, Kaïn en Abel, denkt de bijbel na over waar geweld vandaan komt en hoe het getemd kan worden. Dat is het punt: hun realiteit rechtvaardigt geen legitimiteit. Dit is een enorm belangrijk onderscheid.’1
En verder:
‘… het creëren van vrede is niet mogelijk zonder geloof: vrede vereist vertrouwen in de mogelijkheid van het onmogelijke, de horizon voorbij het heden, de utopie voorbij het hier en nu. Vrede stichten: dat is de hoop tegen de schijn en de kennis van de kracht van het woord. Geloof is niet irrationeel, het is een rationaliteit die weet: … de werkelijkheid [is] meer dan dat wat we nu zien.‘2
Ik sluit af met een gedicht van Hilde Domin, de Duits-joodse ‘subalterne‘ die haar stem vond in ballingschap:
Abel sta op
Abel sta op
het moet opnieuw gespeeld worden
dagelijks moet het opnieuw gespeeld worden
dagelijks moet het antwoord nog voor ons liggen
het antwoord moet ja kunnen zijn
als je niet opstaat Abel
hoe zal het antwoord
dit enige belangrijke antwoord
jou veranderen
we kunnen alle kerken sluiten
en alle wetboeken afschaffen
in alle talen van de wereld
wanneer je maar opstaat
en het ongedaan maakt
het eerste foute antwoord
op de ene vraag
die ertoe doet
sta op
zodat Kaïn zegt
zodat hij het kan zeggen
Ik ben jouw hoeder
broeder
hoe zou ik niet jouw hoeder zijn
Sta dagelijks op
zodat wij het voor ons hebben
dat Ja ik ben hier
ik
jouw broeder
Zodat de kinderen van Abel
niet meer bang zijn
omdat Kaïn geen Kaïn wordt
Ik schrijf dit
Ik, een kind van Abel
En dagelijks ben ik bang
voor het antwoord
de lucht in mijn longen wordt minder
zoals ik op het antwoord wacht
Abel sta op
zodat het anders begint
tussen ons allemaal
De vuren die branden
het vuur dat op aarde brandt
zou dat vuur van Abel zijn
En aan de staart van de rakelen
zouden die vuren van Abel zijn
Tekst: Fernando Enns
Vertaling: Margarithe Veen
Beeld: Artislov Artov